De Playstation 5 launch line-up bestaat niet alleen uit de heavy hitters, Spider-man: Miles Morales en Demon’s Souls, maar natuurlijk ook uit diverse andere titels van zowel grote als kleine ontwikkelaars. De meest opvallende titel hier is The Pathless. Een titel van indie ontwikkelaar Giant Squid, die hiervoor verantwoordelijk was voor de onderwater exploratie game Abzu. De game lijkt enorme ambities te hebben, maar dit beeld blijkt onjuist te zijn. Het is namelijk een erg intieme game die de relatie tussen een jager en een adelaar op een visuele en emotionele manier probeert te verkennen. Is deze game een schot in de roos of doet de ontwikkelaar de naam van het spel eer aan en is het volledig de weg kwijt met The Pathless?
Een visueel spektakel
Waar de meeste Playstation 5 titels op meer realisme, details en belichting focussen, mikt The Pathless meer op een prachtige vormgeving, kleurgebruik en stijl. Dit zorgt ervoor dat de game zeker op een moderne tv volledig gebruikt maakt van alle HDR opties en worden er een hoop mooie plaatjes op je televisie getoverd. Met name de camera die een stuk verder weg van het personage af staat, zorgt ervoor dat we volledig kunnen genieten van de enorme wereld en prachtige vormgeving. De prachtige soundtrack van deze game moet zeker ook genoemd worden. Deze uitgebreide soundtrack versterkt zeker dat toffe en overweldigende gevoel. Het genieten en ontdekken van deze wereld staat dan ook centraal in deze game en is niet alleen door de prachtige visuals een genot om te doen. Het saaiste onderdeel van ontdekkingsspellen, het rondlopen, weet de game om te zetten naar het leukste onderdeel. De wereld is namelijk volledig bedekt met doelwitten die je een snelheidsboost geven als je ze raakt en je energie balk aanvult zodat je langer kunt blijven rennen. Dit voelt op het eerste gezicht aan als een kleine gimmick, maar als je eenmaal ontdekt hoe groot deze wereld is, ben je blij om deze toevoeging. Na een paar minuten kom je erachter dat je het raken van deze doelwitten kunt combineren waardoor je al snel met een grote snelheid de wereld kunt verkennen.
Het schieten met je boog is dus cruciaal om onder de knie te krijgen en dit onderdeel is eigenlijk een stuk makkelijker dan gedacht. Je hoeft alleen maar de schiet knop ingedrukt te houden en ruwweg richting een doelwit te kijken om hem te kunnen raken. Dit zorgt ervoor dat het erg makkelijk is om combo’s te maken en je de doelwitten zo goed als nooit mist, mits je er te ver weg vanaf staat of er een boom in de weg staat. Ook kun je dit doen terwijl je over de grond schuift, springt of in de lucht zweeft. Een onderdeel wat nieuw is aan de Playstation 5 zijn de adaptive triggers en ik had hier hoge verwachtingen voor deze game. Het schieten met een boog leent zich perfect voor het toevoegen van weerstand en het trillen. Maar dit voelde na Astro’s Playroom een beetje teleurstellend aan. De controller trilt inderdaad wat meer om je feedback te geven, maar het weerstand onderdeel wordt hier niet gebruikt, een gemiste kans dus.
Je trouwe reisgenoot
In de eerste paar minuten van de game kom je erachter dat de wereld is overlopen door een handvol enorme monsters en het is aan jou om ze te verslaan. Dit doe je door op elke verdieping van deze wereld drie pilaren op te lichten en vervolgens één van deze monsters te verslaan. Het oplichten gebeurt door sleutels te vinden en in veel gevallen verkrijg je deze sleutels door puzzels op te lossen. Hier is waar de game veel inspiratie opdoet van games zoals Shadow of the Colossus en Zelda, maar het helaas niet zo goed weet uit te werken als de twee genoemde titels. Zo kun je lichtballen vinden waar je iets meer informatie kunt opdoen over het achtergrondverhaal via simpele tekstblokjes. De wereld die gecreëerd wordt, lijkt erg op die van de Shadow of Colossus mede door het verzonnen taaltje, maar mist helaas die mysterie. Het vinden van deze sleutels doe je door gebruik te maken van een speciale detective modus, waarin alles blauw kleurt met uitzondering van belangrijke punten die geel en rood kleuren. De game bevat dus geen kaart en je bent dus volledig afhankelijk van deze detective modus en het werkt helaas niet zo lekker als je zou willen. De grote torens waar je de sleutels moet inleveren zijn enorm rood gekleurd, maar de plekken waar je de sleutels moet vinden, vallen daardoor vaak niet op, mits je rondkijkt vanaf één van deze torens. Ik had het juist liever andersom gezien waar de punten die je probeert te vinden oplichten en de grote torens (die opvallen omdat ze zo groot zijn) juist niet rood oplichten. De puzzels vallen ook tegen. De puzzels zijn vaak erg klein, waardoor je met een paar schoten of het indrukken van knoppen de puzzel oplost. De moeilijkheid van deze puzzels blijft hetzelfde gedurende het spel en dit komt voornamelijk doordat er weinig nieuwe acties worden geïntroduceerd. De enorme wereld zonder een duidelijk eindpunt voelt hierdoor erg leeg en kaal aan.
Gelukkig ben je niet volledig alleen. De adelaar die je redt aan het begin van de game geeft je de mogelijkheid om langer te zweven en verschillende voorwerpen op te pakken en te verplaatsen. Je reisgenoot is hierdoor super belangrijk en je moet hem ook regelmatig redden in de willekeurige levels waar je moet rondsluipen van de monsters. De ontwikkelaar probeert hier samen met het schoonvegen en aaien van de adelaar een bond op te bouwen. Maar deze willekeurige onderdelen voelen al snel erg repetitief aan en niet bijzonder spannend. Het breekt bovendien de flow van de speler tijdens het verkennen. In de puzzelelementen wordt de adelaar op een leuke manier gebruikt, maar de ervaren speler zal veel van deze puzzels herkennen. Het verzamelen van de sleutels en gele kristallen zorgen ervoor dat je met de adelaar hoger kunt vliegen en je langer kunt rennen. Beide onderdelen die je graag zo snel mogelijk wilt verbeteren, maar na een paar keer dit gedaan te hebben, begin je al snel te verlangen naar iets nieuws en dat weet de game je niet te bieden.
Kort maar lang
De eindbaasgevechten zijn de adrenalinepuntjes die de game echt nodig heeft. De gevechten wisselen bijvoorbeeld mooi af tussen een achtervolgingsrace en arena gevecht om uiteindelijk het monster te verslaan. Je kunt hier niet echt game over gaan en dit vermindert wel de spanning flink. Doe je het slecht dan zul je er iets langer over doen om het einde te bereiken. De visuele spektakel komt hier echt naar voren en het spelen met kleurgebruik is hier echt leuk gedaan. Na een paar gevechten, begint de game in herhaling te komen en dat is erg jammer. The Pathless kan bovendien erg kort zijn als je focust op het minimale wat nodig is. Je kunt namelijk binnen een paar uur de eind credits te bereiken. Het vinden van alle sleutels is namelijk totaal niet nodig om het einde van het spel te bereiken. Dit snijdt helaas aan twee kanten. Het sterkste onderdeel van de game, het ontdekken en verkennen, is juist tof en de nieuwe plateaus en korte puzzels zijn leuk om snel te doen. Maar probeer je meteen in je eerste playthrough alles te ontdekken dan begint die herhaling en verveling toe te slaan. Probeer je alles te vinden dan ga je al snel richting de 15 uur of meer.
The Pathless is hiermee een titel die veel baat had gehad van iets meer onderdelen om tot een beter geheel te komen. Van elkaar af zijn al deze elementen super mooi uitgewerkt. De visuals, de muziek, de kleine puzzels en het rennen en schieten. Maar plaats je deze samen dan heeft de speler toch echt wat extra elementen nodig om ze leuk te houden voor tien uur of meer. Het lastige zoeken naar puzzels, de sluipmomenten en niet al te moeilijke eindbaasgevechten zorgen ervoor dat dit niet de parel is voor de Playstation 5. Dit is zeker geen slechte game. De game is bovendien één van de goedkopere PS5 titels op dit moment. Vind je het niet erg om lekker rond te rennen, te genieten van de omgevingen en niet al te veel actieve dingen tegen te komen dan is dit een geweldige game om je PS5 avontuur mee te starten.
Origineel artikel gepubliceerd op: www.evilgamerz.com