Lesson Learned: Cult of the Elizabeth is een proloog die spelers gratis uit kunnen proberen. Het geeft ons een kijkje in wat we kunnen verwachten wanneer de volledige game uitkomt. Lesson Learned neemt de visuele stijl van Don’t Starve en combineert dit met een tower defense game waarbij de basis zich langzaam verplaatst over de kaart. De makers nemen dan ook een groot risico om de game aan het begin van de ontwikkeling te delen met de rest van de wereld. Zitten we te wachten op een game met enge kalkoenen of hebben we al snel ons lesje geleerd?

Snel hout verzamelen

In Lesson Learned begin je met je basis aan het begin van een pad dat over de rest van de kaart loopt. Je kunt houtblokken en stukken steen oppakken en naar je basis brengen om zo genoeg grondstoffen bij elkaar te verzamelen om je eerste torens te bouwen. Bovenaan zie je een tijdlijn die aangeeft hoeveel tijd je hebt om grondstoffen te verzamelen en welke golven vijanden je kunt verwachten. Wat meteen opvalt is dat de game er een flink tempo in heeft en je maar een aantal secondes de tijd hebt tussen de golven met vijanden. Gelukkig word je bijgestaan door een extra hulpje dat je opdrachten kunt geven om bijvoorbeeld wat extra hout te verzamelen of een toren te bouwen. Na een aantal golven zal je basis, die op poten staat, zich een stukje verder verplaatsen. Dit zorgt ervoor dat je tactisch moet blijven nadenken of je de torens voornamelijk aan het begin plaatst of ook verderop. De grondstoffen zul je naar je basis moet dragen, waardoor je elke keer de tactische keuze krijgt; weinig lopen met grondstoffen en verder weg van de actie of dicht op de actie en meer lopen.

De game is op dit moment alleen te spelen met een controller en dit zorgt voor wat onduidelijkheden in de interface als je met een ander soort controller speelt. Er wordt op dit moment alleen rekening gehouden met een xbox controller, waardoor ook de vele iconen voor de knoppen alleen de xbox controller aanhouden. Het is dus flink verwarrend als je bijvoorbeeld met een playstation controller speelt. Het is ook een erg rare keuze dat de game niet te spelen is met muis en toetsenbord. De besturing is bovendien redelijk ruw. Het rondlopen voelt erg sloom aan en de impact van je katapult in je hand mist volledig. Het plaatsen van de torens is het onderdeel wat het beste werkt en je zet deze zelfs tijdens het heetst van de strijd met gemak een nieuwe toren neer.

Nee niet die steen!

De game begint met de standaard torens zoals een kanon of een ballista en komen er een paar extra bij in de verder levels. Je zou dan ook verwachten dat de vijanden de magische saus moeten zijn, maar helaas. Je hebt ruwweg drie soorten vijanden. Het voetvolk, vogels en minibazen. De eerste twee kun je zonder veel problemen met de basis torens tegenhouden. De minibazen zijn een stuk sterker en slopen ook je torens. De balans is hier dan ook ver te zoeken. Het moment dat een minibaas een paar van je torens heeft gesloopt en de toren ontploft in grondstoffen, is het haast onmogelijk om deze weer te verzamelen en de toren te herbouwen. Het helpt ook niet dat je basis ver weg van het begin staat en je dus flink wat meters moet afleggen.

De AI van je hulpje is degelijk, maar hij zal niet stoppen zonder dat je hem een nieuwe opdracht geeft. Het komt dan ook regelmatig voor dat je hulpje niet de makkelijkste stenen eerst verzameld. Je moet bovendien naar hem toelopen om hem te stoppen, je kunt dus niet een taak vervangen met een nieuwe. Dit vraagt regelmatig om onnodig veel extra lopen dat allemaal extra tijd kost. Deze extra tijd kun je vaak niet missen, omdat er een grote groep vijanden door de torens heen bewegen.

Een lastig begin

Lesson Learned: Cult of Elizabeth neemt het stijltje van Don’t Starve volledig over, waardoor je de vraag kunt stellen of dit geïnspireed of gewoon gekopieerd is. De vreemde wereld en vijanden zijn origineel, maar de rest is haast één op één overgenomen. De game mist ook flink wat afwerking en dit zorgt er in veel gevallen voor dat de game flink wat impact mist. De proloog is met drie levels een uurtje of twee lang, maar weet op dit moment niet genoeg te overtuigen. Er komen meer torens aan en de game bevat een splitscreen multiplayer. Maar als je interesse is gewekt door de visuele presentatie dan kun je beter Don’t Starve nog een keertje opstarten.