Voor velen was Assassin’s Creed de game van het jaar voordat deze game ook maar in de winkels lag. Natuurlijk kan je zoiets moeilijk zeggen van te voren en de beelden die we te zien kregen waren inderdaad erg wreed, maar garanderen zeker geen succes. De game ligt na maanden wachten dan eindelijk in de winkel en hebben we dus ook eindelijk in onze eigen console mogen douwen. Ik ging er eens rustig voor zitten en had me compleet blank opgesteld. Ik ging zonder hoop en verwachtingen de game in en ik zal het ook maar gelijk zeggen; deze game blijft toch nog gewoon een topper ondanks alle negatieve berichten. Een game om in te duiken,uren in rond te dwalen en bovenal te genieten.

Een verhaal dat ik niet zag aankomen

Meestal probeer ik aan het begin het verhaal omtrent een game uit te leggen, maar ik zal dit deze keer niet doen. Dit heeft namelijk een erg goede reden, omdat de game aan het begin compleet een onverwachtse richting opgaat. Meer zeg ik niet, maar als je eens goed na gaat denken was zoiets wel te verwachten zeker als we de wat latere beelden erbij pakken. Helaas pakt dit onverwachtse verhaal minder goed uit dan de makers waarschijnlijk hadden gehoopt. Het haalt het werkelijke gevoel compleet weg en dit is gewoonweg erg jammer. Had het verhaal bij de eerdere beelden gehouden en had veel beter uitgepakt. Maar daarentegen is de tijd waar de game zich afspeelt compleet nieuw en verfrissend. Rond de derde kruistocht in Jeruzalem en nabijgelegen steden is een periode die we zo goed als nooit in games gezien hebben en zeker interessant genoeg is om een game omheen te bouwen. Wel kan ik natuurlijk zeggen waar de game omdraait, want dit is zeker niet nieuws. Jij bent Altaïr, een lid van een organisatie de Assassins genaamd. Er gaat iets vreselijk mis tijdens een missie om iemand om zeep te helpen en hiervoor moet Altaïr flink boeten. Je wordt compleet van je rang en positie gestript, waardoor je weer een Novice bent die zijn strepen moet verdienen. De taak die je op krijgt is het vermoorden van een aantal kopstukken om zo weer je oude rang terug te krijgen. En zo begin je eigenlijk de game, je bent vrij om te staan en doen wat je maar wilt, zolang je maar de missies voltooid. En hier ligt ook meteen het sterkste punt van de game: totale vrijheid.

Totale vrijheid is een belangrijk onderdeel van de game en zeker één van de hoogtepunten. Het is namelijk mogelijk in deze game alles te beklimmen wat in de ‘werkelijke’ wereld ook te beklimmen zou zijn. Om dit illustreren komt hier een voorbeeld. Als je bijvoorbeeld een hoge muur ziet die compleet vlak is, is het dus ook niet mogelijk om de muur te beklimmen. Maar als er een paar stenen uitsteken is het weer wel mogelijk om de muur te beklimmen. En dit is bijzonder goed uitgewerkt. Wel merk je dat er op de gebouwen erg veel uitstekende voorwerpen zijn bevestigd waardoor je als speler eerder een gebouw op kan klimmen zonder erg veel gebouwen tegen te komen waar het niet mogelijk is. Een gameplay element wat we zeker in andere games zullen zien terugkomen. Daarnaast is het ook mogelijk om zelf te kiezen hoe je een kopstuk omlegd. Storm je een gebouw in en vermoord je alles wat los en vast zit. Of probeer alle bewakers te omzeilen en vermoord je alleen de persoon die je echt moet vermoorden. Een feit wat zeker leuk is, hoewel je haast verplicht wordt om het op de laatste methode te doen. Naar binnenstormen kan wel, maar de kans of je dit lukt zonder zelf dood te gaan is erg klein. Het is leuk dat je hier vrijheid in hebt, maar je wordt helaas wel verplicht om het op een bepaalde manier te doen. Dit klinkt meteen als een erg rechtlijnige actie/avonturen game, maar dat is zeker niet het geval. Eigenlijk zit de vrijheid in de weg die je kan nemen om het doelwit te bereiken. Want hier zitten wel veel keuzes aan verbonden. Klim je op een gebouw en bewandel je de daken om zo bij je doelwit te komen, of probeer je het doelwit via de grond te bereiken. Allemaal keuzes die veel kunnen uitmaken en zeker die vrijheid waarborgen waar de ontwikkelaars zo trots op zijn.

Freerunnen en wrede kills

De manier waarop je het doelwit omlegd of de bewakers kan ook nog variëren. Het is mogelijk om een kruisboog, werpdolken, zwaard of een verborgen mes. Het zwaard wordt voornamelijk gebruikt voor het agressievere werk en helpt alleen als je niet bezig bent om rond te sluipen. De besturing van het vechten voelt erg simpel aan en invloedloos. Je hebt één knop om te slaan en één knop om te verdedigen. Het is wel mogelijk om te variëren met deze knoppen, maar niet echt veel. Ook helpt het om niet als een malloot op de knopen te gaan rammen, maar eerder om beheerst een ritme aan te houden. Vechten is niet erg spectaculair qua gameplay, maar hoort eigenlijk ook niet bij deze game. Het is namelijk de bedoeling om rond te sluipen en zo weinig mogelijk onschuldig bloed te verspillen. Wel werkt het gebruik van je verborgen mes erg goed. Je benadert iemand van achteren steekt hem zo geluidloos neer. Dit ziet er erg spectaculair uit en is zeker erg effectief. De rest van de wapens worden ook allemaal meestal met één knop ‘gebruikt’ waardoor er weinig diepgang te vinden is. Maar gelukkig werkt alles wel foutloos, wat zeker erg belangrijk is. Na het vermoorden van het doelwit is de game niet afgelopen zoals bij de meeste andere games. Je bent nu pas op de helft. Je zult nu moeten vluchten en gebruik maken van het zogenaamde ‘freerunnen’. Altaïr is erg behendig en kan zo door over muren, gebouwen en binten te springen de bewakers te snel af zijn. Iets wat er erg goed uit ziet en redelijk goed werkt. Soms doet Altaïr net niet wat je eigenlijk wilt, wat veel irritatie kan opwekken. Maar gelukkig praten we nu over uitzonderingen en niet over regelmatigheden. In je rechterbovenhoek staat een statussymbool die aangeeft of je nog in zicht bent van de bewakers of niet. Als dit niet het geval is, is het tijd om een schuilplek te vinden en daar af te wachten totdat de bewakers je niet meer zoeken. Dit systeem werkt erg goed en erg overzichtelijk.

Naast het vechten en klimmen zijn er nog een paar mogelijkheden, waarvan ik er één zeker wilt behandelen. En dit is namelijk de ‘leap of faith’. Deze actie is mogelijk op hoge punten waar jij duiven of adelaars ziet zitten of vliegen. Als je dan op dit punt staat is het mogelijk om naar beneden te springen op een erg spectaculaire wijzen. Na deze sprong kom je terecht in een kar of berg met stro en hooi om daarna ongedeerd verder te lopen. Een actie die eigenlijk weinig toevoegt, maar er gewoon erg bruut uitziet.

Een fenomenale sfeer

De wereld die je bewandeld is redelijk groot en ziet er bovenal erg goed uit. De graphics zijn echt ‘next-gen’ en dragen echt bij aan die sfeer omtrent de derde kruistocht. Want de sfeer die deze game uitademt is fenomenaal. De animaties van Altaïr en andere personen zien er allemaal erg goed uit en realistisch. Wel moet ik erbij zeggen dat sommige personen in de game er wat minder uitzien en soms zelfs lelijk. Dit komt door het detailverschil van de wereld zelf en de mensen die daarin rondlopen. De wereld ziet er vele malen beter uit dan de personages. Eigenlijk is Altaïr de enige persoon die ik er erg goed vond uitzien. De sound in deze game sluit naadloos aan de periode en is erg goed uitgewerkt. De steden zijn erg goed gevuld met levende personen en dieren. Zo zul je veel lopende en zittende mensen tegenkomen en ook af en toe een dier. Wel zijn er maar een paar verschillende vaste personages die je rond zult zien lopen. Ik heb de Playstation 3 versie gespeeld en de laadtijden waren redelijk kort. Wel moet ik erbij zeggen dat deze versie wat problemen heeft omtrent het soms vastlopen en crashen van deze game. Maar dit zal als het goed is binnenkort opgelost worden.    Assassin’s Creed is ondanks de negatieve berichten naar mijn mening toch nog een topper geworden. Zeker als je er met weinig verwachtingen ingaat en gewoon geniet van de game. De graphics en sfeer zijn geweldig en de mogelijkheden erg uitgebreid. Wel zijn er enkele onderdelen zoals het vechten en bepaalde bugs die helaas voor een mindere speelervaring zorgen. Waarmee dit niet een game wordt met een tien, maar gewoon een welverdiende negen krijgt toegeschreven.